Over ons

Subfertiliteit is in veel landen een belangrijk en toenemend probleem. Veel koppels dromen van een gezin met kinderen, kinderloos blijven is voor deze koppels dan ook een zware last om te dragen. In België en omringende landen slagen ongeveer 10% van de koppels er niet in om binnen het jaar zwanger te worden, zelfs al hebben ze regelmatige seksuele betrekking.

Gezien een aantal leefstijlfactoren een impact hebben op de fertiliteit, is het belangrijk dat kinderen van jongs af aan leren hoe ze nu al kunnen zorgen voor hun latere vruchtbaarheid. Momenteel leert men op school vooral hoe men een zwangerschap op jonge leeftijd kan vermijden (wat ook heel belangrijk is), hoe seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) vermeden kunnen worden en hoe roken, alcohol en overgewicht een impact hebben op de algemene gezondheid. Jammer genoeg zijn jonge mensen niet voldoende op de hoogte van de impact die leeftijd, SOA’s, roken, alcohol, hormoonverstoorders en overgewicht kunnen hebben op hun fertiliteit.

Ook volwassenen, zelfs zij die al kinderen hebben, ontbreken vaak aan kennis rond hun vruchtbaarheid. Heel wat internationale studies rond dit onderwerp vonden dat de meeste mensen onrealistische verwachtingen hebben met betrekking tot hun eigen reproductieve mogelijkheden en ook de kans op een zwangerschap met behulp van medisch begeleide bevruchting wordt overschat. Heel wat mensen denken dat vrouwen vruchtbaar zijn tot op menopauzale leeftijd en dat gebruik van reproductieve technieken de kans op een zwangerschap verzekert. In werkelijkheid daalt de vruchtbaarheid bij vrouwen al vanaf de leeftijd van 30 jaar. Bovendien heeft leeftijd ook een invloed op de kansen om zwanger te worden met behulp van medische voortplantingstechnieken.

Jammer genoeg realiseren veel koppels zich dit pas wanneer ze geconfronteerd worden met vruchtbaarheidsproblemen. ‘Had ik dit maar eerder geweten’, is een verzuchting die veel geuit wordt in fertiliteitscentra. Onderwijs is één mogelijkheid om de kennis rond vruchtbaarheid te bevorderen bij jonge mensen, langs de andere kant blijkt het actief ter sprake brengen van de kinderwens door eerstelijnswerkers ook een effectieve maatregel om koppels aan te moedigen de kinderwens te bespreken. Zowel met elkaar als met hulpverleners.

Ilse Delbaere, RM, PhD

  • Onderzoeker en docent aan de VIVES hogeschool (vroedkunde), Kortrijk
  • Contactpersoon voor RHE.be: ilse.delbaere@vives.be

Michel De Vos, MD, PhD

  • Afdelingshoofd Brussels IVF
  • Klinisch professor aan de Vrije Universiteit Brussel, Departement Surgical Clinical Sciences, Follicle Biology Research Group

Margherita Condorelli, MD

  • Gynaecoloog fertiliteitscentrum, CUB Erasme, Brussel
  • Onderzoeker binnen het onderzoekslabo Menselijke Voortplanting (ULB)
  • Télévie - beurs FNRS en Erasmus fonds

Heidi Mertes, PhD

  • Professor  medische ethiek, vakgroep WIjsbegeerte en Moraalwetenschap, Universiteit Gent
  • Onderzoeksinteresse in de ethiek van de reproductieve geneeskunde

David Pening, MD

  • Gynaecoloog fertiliteitscentrum, CUB Erasme, Brussel
  • Klinische en onderzoeksmatige interesse in de mannelijke reproductieve gezondheid 

Marijke Merckx

  • Voorzitter van patiëntenorganisatie 'De Verdwaalde Ooievaar'
  • Psychologe en lid van Fertility Europe

Dominic Stoop, MD, PhD

  • Medisch afdelingshoofd van de afdeling Reproductieve Geneeskunde, UZ Gent
  • Klinisch professor, Universiteit Gent, Department Geneeskunde

Annick Bogaerts, RM, PhD

  • Vroedvrouw
  • Professor vroedkunde aan de faculteit Geneeskunde, Universiteit Leuven
  • Hoofdonderzoeker van de REALIFE onderzoeksgroep (KULeuven)

Annick Delvigne, MD, PhD

  • Hoofd van de afdeling geassisteerde voortplanting CHC MontLégia, Luik
  • Gynaecoloog/Androloog
  • Universitair certificaat rond de invloed van omgeving op de perinatale gezondheid